Beter rekening houden met blinden en slechtzienden bij ontwerpen Shared Space-gebieden
De inrichting van straten en pleinen volgens het Shared Space concept kan voor blinden en slechtzienden een probleem vormen omdat zij te weinig houvast hebben voor hun oriëntatie. Onderzoeker Else Havik van het Universitair Medisch Centrum Groningen pleit ervoor om al in de vroege ontwerpfase van Shared Spaces rekening te houden met mensen met een visuele beperking. Concrete aanbevelingen uit het onderzoek van Havik zijn door Koninklijke Visio, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen, verwerkt in een gids die deze maand verschijnt. Havik promoveert op 10 oktober 2012 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Het Shared Space-concept wordt in steeds meer steden en dorpen in Nederland toegepast bij de inrichting en het gebruik van straten en pleinen, onder andere in Haarlem, Drachten, Enschede, Tiel en Zwolle. In een Shared Space-gebied ontbreekt vaak een traditionele indeling in rijbanen, fietspaden en trottoirs, en zijn er geen stoplichten en zebrapaden meer. Het ontwerp beoogt dat voetgangers, fietsers en gemotoriseerd verkeer rekening houden met elkaar in een gebied waar iedereen te gast is en niemand de overhand heeft. De zorgen die verschillende belangenorganisaties hebben geuit over de veiligheid van blinden en slechtzienden in Shared Spaces vormden de aanleiding voor het onderzoek van Havik.
Knelpunten
Havik heeft knelpunten geïnventariseerd die blinden en slechtzienden kunnen tegenkomen in Shared Spaces. “Het ligt heel genuanceerd,” legt Havik uit. “Veel voorkomende knelpunten zijn het ontbreken van een duidelijk onderscheid tussen rijbaan en voetgangersgebied en het ontbreken van herkenbare oversteekplaatsen. Dit maakt het voor slechtzienden en blinden moeilijk om zich te oriënteren.”
Experiment
Vijfentwintig vrijwilligers met een visuele beperking namen deel aan een onderzoek van Havik om ervaringen in Shared Spaces te verzamelen. Zij liet de mensen opdrachten uitvoeren om hun weg te vinden in Shared Spaces in Haren en Muntendam, en in twee traditioneel ingerichte gebieden. Alle plekken waren onbekend voor de deelnemers. Oriëntatie bleek het grootste knelpunt te zijn in de Shared Spaces, maar de ene locatie gaf duidelijk meer problemen dan de andere. “Het merendeel van de blinde deelnemers kon zich in een van de Shared Spaces niet voorstellen er zelfstandig een route te leren lopen,” vertelt Havik.
Oriëntatiepunten
Op grond van haar onderzoek doet Havik aanbevelingen voor het ontwerp van Shared Spaces. Het belangrijkste is dat in een vroege fase al rekening wordt gehouden met het gebruik van deze openbare ruimtes door slechtzienden en blinde mensen. “Elementen die belangrijk zijn voor deze doelgroep kunnen dan worden meegenomen in het ontwerp. Denk aan duidelijke oriëntatiepunten en gidslijnen, bijvoorbeeld door zorgvuldige plaatsing van straatmeubilair en het aanbrengen van een voelbaar verschil in de ondergrond,” aldus Havik. Naast de gids “Shared Space voor blinde en slechtziende mensen. Een uitdaging voor ontwerpers. Aandachtspunten voor een toegankelijke openbare ruimte” die Koninklijke Visio uitgeeft, heeft het centrum veel expertise en adviseurs die geraadpleegd kunnen worden.
Curriculum Vitae
Else Havik (Haren, 1978) studeerde psychologie in Groningen. Zij voerde haar onderzoek uit bij het Laboratorium Experimentele Oogheelkunde van de afdeling Oogheelkunde van het UMCG en de Koninklijke Visio, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen, en was aangesloten bij het Onderzoeksinstituut BCN. Financiering voor het onderzoek werd verkregen van ZonMw Inzicht, Professor Mulderstichting, Stichting Blindenhulp, Stichting Novum en het College voor Zorgverzekeringen (CVZ). De titel van het proefschrift van Havik is “Way finding for visually impaired people. Opportunities and challenges.”
Noot voor de pers
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van het UMCG, bereikbaar op telefoonnummer (050) 361 22 00.
Laatst gewijzigd: | 13 maart 2020 01:52 |
Meer nieuws
-
27 augustus 2024
UMCG gaat onderzoeksfaciliteiten beschikbaar stellen voor geneesmiddelenontwikkeling
Om de beschikbaarheid en effectiviteit van geneesmiddelen in Nederland te verbeteren gaat het UMCG het bedrijf G² Solutions opzetten. Dit bedrijf moet ervoor gaan zorgen dat belangrijke technologische ontwikkelingen op het gebied van DNA sequencing...
-
17 juli 2024
Veni-beurzen voor tien onderzoekers
Aan tien onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG is een Veni-beurs van maximaal 320.000 euro toegekend. De Veni-beurzen worden jaarlijks toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) en zijn...
-
16 juli 2024
Geneeskunde nog altijd gestoeld op de man
Aranka Ballering onderzocht het ziektetraject dat mensen met veelvoorkomende klachten afleggen. Een van de opvallendste uitkomsten: vrouwen doorlopen gemiddeld een ander en minder uitgebreid traject dan mannen.